Dat zoogdieren relatief grote hersenen hebben wisten onderzoekers al. Maar waardoor dit verschil precies is ontstaan was tot noch toe onduidelijk.

Onderzoekers hebben twee van de oudste fossielen van zoogdier schedels te scannen. Hieruit bleek dat de hersengebieden voor reuk groter waren dan bij primitievere diersoorten. Doordat het reukgebied groter werd, konden de dieren nog beter ruiken. Dit zorgde ervoor dat ze instaat waren om bijvoorbeeld ook ’s nachts te jagen.

Dit reukgebied blijkt dus een hele belangrijke rol te hebben gespeeld in de evolutie!

Tessa Dongelmans