Je loopt de straat in en meteen komt de zalige geur van verse broodjes je tegemoet. Het water loopt je in de mond en je kunt aan niets anders meer denken dan een heerlijk hapje warm brood. Je vervolgt je wandeling en loopt rechtstreeks naar de bakker die je al vriendelijk staat op te wachten..

Of je nu bewust ergens aan ruikt of je gewoon over straat loopt, je neus is constant bezig om nieuwe geurtjes te vangen. Maar hoewel reuk natuurlijk begint in je neus, spelen de hersenen een bijzonder grote rol in de wereld van geuren.

Een geur is een samenstelling van moleculen. Deze moleculen komen achter in je neus terecht, waar ze binden met een receptor. Deze receptoren liggen op ‘cilia’ in je neus. Deze cilia zijn minuscuul kleine trilhaartjes die in verbinding staan met het hersengebied voor reuk. Dit hersengebied wordt de bulbus olfactorius genoemd en bevind zich dus onderaan je hersenen vlak boven je neus.

Op het moment dat een geur zich bindt aan de receptor wordt er een signaaltje gestuurd naar de hersenen. Elke combinatie van moleculen in een geur zorgt ervoor dat een ander stukje binnen het hersengebied wordt gestimuleerd. Op deze manier kunnen geuren worden onderscheiden.

Vervolgens stuurt de bulbus olfactorius een signaal naar een gebied dat meer voor in je hersenen ligt. Van hier uit worden er signalen gestuurd naar gebieden die belangrijk zijn voor eten en seksueel gedrag. Daarnaast is de bulbus olfactorius verbonden met het limbisch systeem. Het limbisch systeem is een verzameling van hersengebieden dat belangrijk is voor de (herinnering van) emoties. Dit verklaart ook waarom een geur makkelijk een herinnering kan oproepen.

Op deze manier kan geur dus heel veel invloed uitoefenen op de processen in je hersenen en uiteindelijk op je gedrag.

Tessa Dongelmans